In Frankrijk moet je betalen om op de meeste autosnelwegen te mogen rijden. De tol die je hiervoor betaalt, noemt in het Frans péage. Je kunt het een beetje vergelijken met onze wegenbelastingen. Het geld wordt gebruikt om de autosnelwegen in goede staat te houden.
In België is de overheid verantwoordelijk voor alle straten, gewestwegen en snelwegen. Dit is echter niet overal zo. De autosnelwegen worden in Frankrijk uitgebaat door privé eigenaars. Zij zorgen ervoor dat de wegen er tiptop bijliggen en in ruil daarvoor mogen ze tolgeld vragen aan elke gebruiker.
Niet enkel buitenlanders, maar ook de Fransen zelf betalen tol. In ruil hiervoor moeten ze wel geen jaarlijkse wegenbelasting meer betalen aan de overheid.
Het is onmogelijk om een vast bedrag per gereden kilometer of honderd kilometer door te geven. Dit komt doordat de tol erg kan verschillen van de ene autosnelweg tot de andere. Het is mogelijk dat je vijf euro betaalt voor honderd kilometer en vervolgens drie euro betaalt voor tien kilometer. Wanneer je heel Frankrijk doorkruist, mag je rekenen op ongeveer 0.10 euro per kilometer.
Men berekent het juiste bedrag van de tol op basis van afstand, omgeving, alternatieve routes…
Wanneer je graag op voorhand weet hoeveel geld je moet voorzien, kun je dit wel eenvoudig uitrekenen op internet. De routeplanner Viamichelin vertelt je alvast of je wel of niet over tolwegen zal rijden. Daarmee weet je uiteraard de prijs nog niet. Deze kan routeplanner Mappy je wel vertellen. Bovendien kun je de actuele prijzen altijd opzoeken op de Franse website www.autoroutes.fr , net zoals bij Mappy kan je hier ook een traject ingeven en dan krijg je meteen het juiste bedrag aan te betalen tolgeld. Vergeet niet dat het tarief steeds enkel is. Voor je terugreis zal je dit bedrag opnieuw moeten betalen.
Houd er bovendien ook rekening met dat je niet voor elk voertuig evenveel tolgeld betaalt! Er zijn maar liefst vijf verschillende klassen waarin voertuigen worden onderverdeeld. Klasse één zijn gewone wagens met of zonder lage aanhangwagen erachter; klasse twee zijn auto’s met een caravan, bestelwagens en kleine mobilhomes; klasse drie zijn onder andere de grote mobilhomes; klasse vier is bijvoorbeeld een bestelwagen met caravan erachter en klasse vijf zijn de motors en andere twee- of driewielers.
Wanneer je reist met een caravan of mobilhome betaal je ongeveer een derde meer dan iemand die met een gewone auto rijdt.
Uiteraard kun je altijd een alternatieve route uitzoeken die de autosnelwegen vermijdt. Hiermee bespaar je echter niets! De toltarieven zijn zo berekend dat je evenveel geld kwijt bent aan brandstof en eventueel een extra overnachting wanneer je de kleinere wegen neemt. Je reis zal bovendien ook veel langer duren. De enige goede reden om binnendoor te rijden, is om files te vermijden.
De privé uitbaters gebruiken het geïnde geld om de wegen en de infrastructuur eromheen te onderhouden. Wanneer je door Frankrijk rijdt, zal je al snel merken dat het wegdek er zeer goed bijligt. Bovendien zijn er ook op regelmatige afstanden rustplaatsen, met of zonder tank- en eetgelegenheid. Deze rustplaatsen zijn ook heel goed onderhouden en fijn om te vertoeven. Meestal staan er picknickbankjes en vaak is er ook een klein speelterrein voor de kinderen.
Wanneer het erg druk is op de baan, merk je dit onmiddellijk aan de tolhuisjes. In de zomer, wanneer iedereen naar het zuiden op vakantie vertrekt, ontstaan er al snel files. Elke wagen moet op zijn minst vertragen om tol te betalen en dit veroorzaakt soms kilometerslange files.
De uitbaters proberen dit probleem wel op te lossen door ook buitenlanders de mogelijkheid te bieden een Liber-T badge aan te kopen. Zo moeten er minder mensen effectief stoppen aan het tolhuisje en op zoek gaan naar klein geld.
Je zult aan de borden op de autosnelweg automatisch merken dat je in de buurt van een tolhuisje komt. Je moet namelijk vertragen en gaan voorsorteren. Er zijn verschillende rijen waarin je kunt aanschuiven. Wanneer er een rode pijl boven het tolhuisje staat, wil dit zeggen dat het gesloten is. Een groene pijl betekent geopend.
Net zoals in de supermarkt kan je niet aan elke tolhuisje op dezelfde manier betalen. Zorg dus dat je duidelijk weet welke betaalmiddelen jij op zak hebt, alvorens je een rij kiest. Je kunt cash betalen aan de rijen waar een symbool van een wit mannetje met muts en geld in zijn handen boven staat. Dit is een bemand tolhuisje. Soms zijn er ook onbemande tolhuisjes aan kleinere op- en afritten. Dan staat er een symbool van een mandje waar je een muntstuk in kunt gooien, dit symbool is vaak in het blauw.
Wanneer je met bankkaart wenst te betalen, moet je aanschuiven in de rij met het symbool CB. CB betekent Carte Bancaire. Je Belgische of Nederlandse bankkaart is niet geldig hier. Enkel wanneer je met Visa of Mastercard kunt betalen, mag je in deze rij aanschuiven.
Tot slot zijn er nog rijen met een oranje T erboven. Deze rijen gaan het snelst vooruit, maar hier kun je enkel betalen met een Liber-T badge. Je hoeft dan niet te stoppen. De badge moet op een zichtbare plek in je wagen liggen en wanneer je tegen 30km/uur voorbij het tolhuisje rijdt, wordt je badge gescand. Op het einde van de maand betaal je via domiciliëring al je tol. Het kan gebeuren dat je badge niet scant, dan moet je even je raam openen en met de badge zwaaien om de slagboom geopend te krijgen.
Vroeger kon je deze enkel in Frankrijk kopen. Tegenwoordig kunnen ook buitenlanders zo’n badge kopen, wat goed nieuws is, want het verkleint de files. Je kunt de kaart kopen via een Carrefour Visakaart, bij VAB, bij Touring en bij andere pechverhelpingsdiensten. De aankoop van de kaart kost éénmalig twaalf euro. Vervolgens betaal je in de maanden dat je de kaart gebruikt 2,10 euro belastingen en het bedrag van de tol. De andere maanden betaal je niets.